Zondag 23 februari
Bezoek Ethiopisch orthodoxe kerk
Vanochtend zijn we met een groep docenten en leerlingen naar de Ethiopisch orthodoxe kerk gegaan. Sinds de 4e eeuw staatskerk van Ethiopië en ontstaan uit Handelingen 8 (verhaal van de kamerheer Filippus).
Bij aankomst zien we een indrukwekkende menigte voor de kerk. Mensen die buiten staan voelen zich niet rein genoeg om naar binnen te gaan. Als groep zijn we, na toestemming gevraagd te hebben aan een priester, door de poort gelopen waarbij onze dames voorzien zijn van hoofd bedekkende sjaals.
Door de poort komen we op een grote binnenplaats (te vergelijken met de voorhof van de oude Joodse tempel). De vrouwen lopen naar rechts en de mannen naar links.
In het midden van de binnenplaats staat de kerk. Door de luidsprekers horen we wat er binnen in de kerk gesproken wordt (in het Ge’ez) door de priesters die communiceren met God namens de gemeenschap. Twee jongens die bij mij zitten leggen in het Engels uit over de liturgie binnen. Schriftlezing, gebeden, zegen enz.
Met de mannen zijn we tijdens de dienst naar de zijkant van de kerk lopen om samen met de andere jongens en mannelijke docenten ons ritueel te wassen (reinigen). Een prachtig verbindend moment met de plaatselijke kerkgangers waarbij veelvuldig handen worden geschud en selem (vrede) wordt gezegd.
Ondanks alle plechtigheid van de dienst een zeer ontspannen en hartelijke sfeer.
Na afloop van de dienst zijn we als gehele groep nog even binnen in de kerk gaan zitten om van de atmosfeer te proeven. Letterlijk een gezegende ochtend.
Indruk van leerlingen:
Super! Wat ik nou heb meegemaakt. Tijdens de dienst zit ik en er komen kinderen op mij af. Eerst op een afstandje en steeds dichterbij. Aanraken. Lachen, vragen naar mijn naam. Allemaal in gebrekkig Engels, maar dat maakt geen verschil. We maken een groepsfoto en we maken steeds meer foto’s en er komen steeds meer kinderen.
In een uur leer je iemand kennen. Ze zijn lief, aardig, je bouwt een band op, je ziet de armoede…
In de bus word ik stiller, uit de bus gekomen vraagt iemand iets en daar komen de tranen. Het besef van wat ben ik eigenlijk rijk.
Voor mij begint het al bij binnenkomst. Eerst word ik bekeken en daarna voel ik mij meteen welkom, ook al ben ik een totale vreemdeling. Ik word als een vriend onthaalt en zelfs als ik zeg, dat ik niet gelovig ben. Bij het rituele wassen mag ik meteen naar voren komen om water te krijgen voor de wassing. Binnen in de kerk zie ik een meisje. Ze komt bij mij zitten. Ik voel me als een vader met mijn eigen kind. Mijn gedachte: Ik laat haar achter en ik ga naar huis. We hebben geen woord gewisseld maar het is zo’n liefdevol moment. Ze hebben zo weinig, maar zo veel liefde. Je wil iets doen, je ziet de armoede, maar hoe dan? Het doet mij pijn. Bij terugkomst moet ik huilen, het besef komt nu echt binnen. En toch het geeft mij troost dat ik samen met hen een goede tijd heb gehad vandaag.
Edwin van Splunter - docent
Met foto's van Luuk Smets - docent
Reacties (8)